Een jaar of tien geleden, tijdens mijn onderzoekingen in de dagboeken van de schrijver F.C. Terborgh, had ik ook toegang tot zijn archief van honderden foto’s en negatieven, opgeborgen in ouderwetse kaartenbakjes.
Op de bodem van een van die doosjes vond ik een minuscuul pakje. Een in vier delen gevouwen envelop van de Bar Basque in Saint-Jean-de-Luz. Dit etablissement werd tijdens die oorlog gefrequenteerd door diplomaten en journalisten, van rechts en links. Ook Ernest Hemingway en Robert Capa kwamen er vaak .
In de envelop bevond zich, in de afgescheurde hoek van weer een andere envelop, een stapeltje afgeknipte Leica kleinbeeldnegatieven, zesentwintig in getal, aan de nummering te zien afkomstig van verschillende films. Op de buitenkant een stempel van de Spaanse nationalistische censuur.
Een fotograaf zal een kleinbeeldfilm niet gauw in stukjes knippen, hoe moet hij daarmee aan het werk met zijn vergrotingsapparaat ? Het leek er dus op dat de negatieven om een of andere reden de Spaanse grens over waren gesmokkeld.
Terborgh heeft de Spaanse burgeroorlog ter plaatse intensief meegemaakt in de periode 1936 – 1938, toen hij werd overgeplaatst van Spanje naar Peking. Ik wist dat hij regelmatig tochten achter de frontlinie maakte met drie vrienden die hij in Madrid en in de Bar Basque had leren kennen en die hij “de wereldpers” noemde :
Hubert Hermans, journalist van katholieke Nederlandse dagbladen zoals De Residentiebode ; Paul Werner, een Zwitserse journalist ; en een Letse fotograaf genaamd Timuzko. Met hen maakte hij bijvoorbeeld de intocht van de Italiaanse troepen van Generaal Anibale Bergonzoli (‘Barba Elettrica’) in Santander mee, in Augustus/September 1937. Duidelijk een gezelschap van rechtse signatuur, deze vier heren.
Het was dus met grote nieuwsgierigheid dat ik de zesentwintig negatieven scande in een speciale HD kleinbeeldnegatief scanner. Het bleken prachtige foto’s te zijn, gemaakt in een stijl die doet denken aan die van Robert Capa.
Het kostte me geruime tijd voordat ik de foto’s kon identificeren, aan de hand van de erop afgebeelde puinhopen. Ze bleken te zijn genomen tijdens de val van de stad Teruel, in februari 1938. De veldslag om Teruel duurde van 15 december 1937 tot 22 februari 1938 en eiste naar schatting 85000 doden aan Republikeinse en 57000 doden aan Nationalistische kant.
Ik zal de foto’s in de toekomst publiceren op deze blog, maar het zal nog even duren voordat ik mijn Nederlandse serie over Terborgh kan voortzetten. Inmiddels kunt u de foto’s reeds bekijken op een van mijn twee Franse blogs, u hoeft daarvoor geen Frans te kennen, de foto’s spreken voor zich. Hier volgen twee links :
De val van Teruel, februari 1938
(bij Les Cosaques des Frontières, u kunt hierin de zeven geïllustreerde artikelen scrollen)
Terborgh en Antonini
(bij Le curator de contes, intocht Santander)