Als intermezzo is hier een curieus en informatief document in de vorm van een stuk stevig tekenpapier van ca 30 bij 50 cm, afgedrukt in een voldoende grote oplaag om alle leden van Terborgh’s jaarclub te kunnen voorzien. Linksonder staat ‘Lith. Joh. A. Moesman-Utrecht’, dat is de vader van de te laat beroemd geworden schilder Jopie Moesman, die toen nog op de zolderverdieping van de ouderlijke winkel schilderde.
Tijdens zijn studie maakte Terborgh verschillende zeereizen op olietankers. In 1922 ging de twintigjarige naar de Zwarte Zee per tanker Wieldrecht ‘om olie te halen’, ‘een reis van twee maanden, afgesloten, in volle rust zonder afleidingen is ’t me een zeer welkome gelegenheid tot concentratie’, via Algiers en Konstantinopel naar Konstanza (Roumenië). In de zomer van 1923 naar Mexico langs de kust van Louisiana en Texas en vervolgens nog een reis naar Griekenland, waar hij een voettocht van twee weken maakte.
Tegen het eind van 1924 ging hij voor een jaar naar Parijs, om de taal te leren. Nadat hij in april 1929 was gepromoveerd, ging hij met hetzelfde doel nog eens naar Frankrijk en Engeland. Hij nam overal vandaan stenen en ‘oudheden’ mee, een gewoonte die hij zijn leven lang zou houden. Hij zou er soms zelfs naar graven.
Zijn vrienden waren goed van dit alles op de hoogte, zoals blijkt uit de tekening. Ook blijkt al zijn interesse voor Polen, als gevolg van zijn proefschrift en zijn ongemak met de Duitse politiek die hij sinds 1914 al vaak had geventileerd.