Pas later is meer bekend geworden over de indringer Y. Tijdens de fatale nacht werd dit frohe Tierchen gelanceerd door een gemankeerd revolutionair van nog geen dertig jaar oud. Ooit was hij vrijdenker en communist. Een hoogbegaafde jonge man. Uitblinkend in drie wiskundes en vijf vreemde talen. Tekenaar, gouachist, filosoof, maakte hij reeds voor zijn twintigste linoleumsnedes van de koppen van Goethe en Nietsche. Toen sloeg het noodlot toe. Hij kwam in de ban van een gevaarlijke vrouw. Haar vader had in 1918 op het Malieveld meegeholpen om de koets van de koningin uit te spannen, tijdens een contrademonstratie tegen de revolutie van Troelstra. Om haar trad hij toe tot het geloof der mannenbroeders. Van het een komt het ander. Hij heeft de gevolgen ervan levenslang ondergaan. Toen na enige getrouwde jaren zijn vrije aard als een moerasgas opborrelde speelde hij met de goede gedachte om goud te gaan zoeken in Alaska. Hij raakte daardoor de kluts kwijt en moest van de psychiater een paar maanden gaan bijkomen op zee, in de buurt van Doggersbank. Aldaar vond hij de kluts terug.
Hij zette de consulten voort en moest uiteindelijk, tot grote opluchting van zijn vrouw, van de zielknijper aanhoren: ‘U bent een huismus’. Niets aan te doen. Emigratieplannen van de baan. Hij ging reizen in het hoofd. De rest van het lijf op nul. Dahdit, ditditdah, ditdahditdit. Hij werd radioamateur voor de rest van zijn leven. Met behulp van razendsnelle Morseseinen praatte hij met de hele wereld, tot in Japan toe. Met een koptelefoon op en met de hand aan de seinsleutel, uit de losse pols, vaak met een glimlach. Zijn vrouw wist niet met wie en waarover hij praatte. Hij voelde zich met zijn zender een vrije vogel. Hij was dus een vroege voorvlieger van de huidige internet surfers.
(wordt vervolgd)