Het verkeer verlamt Lagos. Er wordt van regeringswege besloten dat de even nummerplaten om de andere dag de weg op mogen, de oneven nummers op de dagen ertussen. Dat werkt eventjes. Dan keert de oude toestand terug. Want iedereen heeft inmiddels een extra nummerplaat gekocht.
Men is hier dus vindingrijk en zeer effectief. Wanneer het Staatshoofd ergens langs moet, is de straat vol stilstaand verkeer door zijn motorrijders in een mum schoon geveegd. De auto’s die niet onmiddellijk het trottoir oprijden worden door motorrijders onbarmhartig met gummiknuppels van een serie gleuven in het dak voorzien. Dus maakt men dat men wegkomt, zonodig het hoge trottoir op. De kunst is om zich na het passeren van de zwaar bewapende stoet er meteen achter aan te sluiten, achter de laatste Land Rover met Engelse lijfwachten. Dan ben je in een half in plaats van in twee uur bij de airport.
Soms is er dagen lang geen benzine. Lange rijen bij de pompstations,waar zelfs mensen met open emmers in de hand staan te wachten. Een keer stap ik in zo’n station mijn auto uit. Twee mannen hebben bij de pomp een dermate heftige ruzie dat ik denk dat er doden gaan vallen. Ik loop naar ze toe met het probate middel in dit land: lachen. De ruzie is meteen over. “Niets aan de hand, aïbo“, zeggen ze met een brede lach. Aïbo betekent withuid. We hebben een leuk gesprek, over onze families.
‘Execution Day’. Op Zondag. Armed robbers worden geëxecuteerd op het strand van Victoria Island. De mensen komen er massaal op af, in hun Zondagse kledij, de kleine kinderen feestelijk aangekleed. Luide juichsalvo’s voor en na de geweersalvo’s. “Goed zo, je verdiende loon!” uit duizenden kelen. Sommige expats die hier al lang zijn, zijn dat blijkbaar normaal gaan vinden. Een Amerikaanse collega organiseert op die dag een Execution Lunch voor zijn expat collega’s. Op zijn dakterras, waarvandaan je de vrolijke bevolking naar het strand kan zien lopen en de schoten kunt horen. Ik doe niet mee, dat moge duidelijk zijn. Wat een land van tegenstellingen